Haaraccessoires
De rol van haaraccessoires
Het decoreren van haar in de Klassieke Oudheid
In de Klassieke Oudheid versierden mannen en vrouwen hun haar op verschillende manieren. Ze gebruikten voornamelijk schelpen en kralen die gemaakt waren van goud of ivoor. Sommigen droegen tijdens feestelijke gelegenheden een soort wassen kegel op hun hoofd. Gedurende de avond smolt deze kegel, waardoor zowel de ruimte als de gasten extra lekker gingen ruiken. De oude Egyptenaren knipten hun haren meestal af en droegen dan een pruik. De reden hiervoor was om infecties op hun hoofd te voorkomen. Slechts de rijke Egyptenaren konden het zich permitteren om mooie accessoires in hun pruiken te verwerken. De Grieken vonden hun eigen haar te belangrijk, waardoor zij het wel behielden. De mannen hadden lange haren vol kralen en schelpen, terwijl de vrouwen voor wat subtielere haaraccessoires gingen. De Romeinen hadden het motto ‘hoe simpeler, hoe mooier’. Dit resulteerde in korte kapsels voor mannen en linten en speldjes als decoratie voor vrouwen.
Verschil in Noord- en Zuid-Amerika
Het verschil in haaraccessoires tussen Noord- en Zuid-Amerika was groot. In Zuid-Amerika speelde je status een rol. Mensen uit de hoogste klasse konden het zich veroorloven om dure accessoires te dragen. Deze spullen werden vooral van goud gemaakt en versierd met de veren van een quetzal. Om een hoofddeksel van leer en veren in Noord-Amerika te mogen dragen, moest je toestemming hebben van de oudste uit je stam. Een ander veelvoorkomende haaraccessoire was een hoofdband van geweven textiel of met decoratieve kralen.
De populariteit van haaraccessoires
In de Middeleeuwen droegen mannen hun haar in een voor hen zo gemakkelijk mogelijke vorm. De enige haaraccessoire die zij daar eventueel bij droegen, was de hoed. Vrouwen hadden hun haar vaak gevlochten, waarvoor ze een soort elastiekjes nodig hadden. In de late Middeleeuwen droegen vrouwen steeds vaker een hoed. Vanaf de Renaissance namen haaraccessoires een steeds belangrijkere plaats in, vooral ten tijde van koning Henry de 8e en koningin Elizabeth de 1e. De accessoires waren toen bijna net zo spectaculair als de kleding die gedragen werd. In het openbaar waren vrouwen verplicht om hun haren in het openbaar te bedekken. Deze hoeden vormden zich helemaal naar je hoofd. Vrouwen gebruikten daarnaast ook speldjes en linten in hun haren.
Een vogelkooi in je haren
Tijdens de 18e eeuw kwamen de pruiken weer terug, mede dankzij de lange haren van de Franse koning Lodewijk de 8e. Ook ontstond het gebruik van haarstukjes en het bepoederen van je haren. Gedurende deze eeuw werden er steeds meer accessoires gebruikt in grote en aparte vormen. Het was niet vreemd als vrouwen een vogelkooi of een modelbootje in hun haren droegen. Hoe groter en vreemder, hoe interessanter en leuker vrouwen het vonden. De eeuw eindigde met meer natuurlijkere kapsels.
Natuurlijkere kapsels met haaraccessoires
In de 19e en de 20e eeuw was de kam een van de populairste haaraccessoires. Ze werden van schildpaddenhuid of fijne metalen gemaakt en vaak gedecoreerd met - echte of namaak - edelstenen. Ook droegen vrouwen graag linten, parels of mooie kappen. Toen het gebruik van hoeden afnam, droegen vrouwen hun haar weer meer in natuurlijkere kapsels. Het gebruik van haaraccessoires neemt toe, en breidt zich uit tot bijvoorbeeld verschillende soorten elastieken, haarbanden, speldjes en decoratieve bloemen. Een haaraccessoire geeft je kapsel vaak net iets extra’s, waardoor het er op een leuke manier uitspringt.